Erasmus+ 35 jaar: 'Ons eigen wereldje niet de maatstaf'

Hét Europese programma voor onderwijs, training, jeugd en sport Erasmus+ bestaat 35 jaar. Het Nationaal Agentschap viert dit met feestelijke jubileumactiviteiten, waaronder een portrettenserie van mensen die op de een of andere manier betrokken zijn (geweest) bij het programma. Het eerste verhaal in de portrettenserie is van Lem van Eupen, directeur van Erasmus+ Onderwijs & Training.
Lem

Lem van Eupen kwam bij Erasmus+ in 2016. “Ik bof dat ik ben binnengekomen in een tijd waarin de waardering voor het programma steeds groter werd. Het budget is verdubbeld en de soorten uitwisseling en samenwerking zijn sterk uitgebreid. Met goede reden, de Europese Commissie noemt Erasmus+ niet voor niets een van vlaggenschipprogramma’s van de EU. Het laat de meerwaarde van de EU zien voor Europese burgers.”

Volgens Lem werkt Erasmus+ goed op het niveau van organisaties en onderwijsinstellingen, maar ook op het niveau van burgers. “Het zorgt voor professionele én persoonlijke ontwikkeling. In een internationale omgeving leer je bijvoorbeeld relativeren. Dat heb ik zelf ervaren toen ik tijdens mijn studie onderzoek deed in het Chileense Santiago. Na zo’n context kijk je bij terugkomst heel anders naar je eigen land. Nu is dit heel extreem: van een sloppenwijk in de tijd van dictator Pinochet naar het veilige Nederland, maar het werkt ook op een andere schaal. Dichterbij en kleiner heeft ook al veel effect.”

‘We leren meer begrip hebben voor elkaar en delen kennis voor concrete oplossingen’

Internationale uitwisseling en samenwerking voegt iets toe aan je ontwikkeling, ziet Lem. “Ik gun iedereen de ervaring dat je eigen kleine wereld niet de maatstaf is. Internationalisering kan op allerlei manieren. De coronapandemie heeft onbedoeld een enorme impuls gegeven aan de online mogelijkheden en dat is fantastisch. Tegelijkertijd overtreft niets de fysieke ervaring van een andere omgeving. Geuren, kleuren en smaken zijn anders en die klik je niet weg. Je zit daar 24 uur per dag middenin.”

Het blijft haar grote droom om de komende 35 jaar samen de wereld mooier te maken, in allerlei opzichten. “Samen oplossingen vinden voor uitdagingen in de wereld, of het nu gaat over klimaat of sociale en economische ongelijkheid. Daar kunnen we in Europa samen aan werken en Erasmus+ is daarin een belangrijke schakel. We leren meer begrip hebben voor elkaar en delen kennis voor concrete oplossingen. Als Erasmus+ daar ook maar een beetje aan kan bijdragen, is dat mooi.”

Ervaringen, inspiratie en feest!

Het Nationaal Agentschap blikt met groot genoegen terug op de gezellige bijeenkomsten om samen de 35ste verjaardag van het programma te vieren. Op 12 en 13 oktober vonden maar liefst vier evenementen plaats voor de (onderwijs)sectoren middelbaar beroepsonderwijs, hoger onderwijs, volwasseneneducatie en jeugd & jongerenwerk. Voor primair en voortgezet onderwijs volgt eind november nog een online bijeenkomst.

Voor velen waren de events de eerste gelegenheid in twee jaar tijd om elkaar weer eens fysiek te ontmoeten, ervaringen uit te wisselen en inspiratie op te doen tijdens een van de vele workshops. Natuurlijk mocht er een feestelijke netwerkborrel aan het eind van de middag niet ontbreken (fotoserie hier).

Herdenkingsmunt van Erasmus+

In Nederland is de bijzondere herdenkingsmunt geslagen bij de Koninklijke Nederlands Munt in Houten. Aan de ene kant staat de bekende twee euro tekening en aan de andere kant een afbeelding van Desiderius Erasmus. Erasmus schreef ooit: ‘Heel de wereld is mijn vaderland. Ik wil een wereldburger zijn, of beter gezegd: een niet-burger.’ Niet voor niets is Erasmus de inspiratiebron en naamgever van het programma. Tijdens zijn bezoek bij Nuffic op 12 september heeft minister Robbert Dijkgraaf (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) de officiële Erasmus+ herdenkingsmunt in ontvangst genomen.

Faces of Erasmus+ 35

Binnenkort verschijnt op de website de speciale portrettenserie Faces of Erasmus+. Deze serie bevat verhalen van personen die op de een of andere manier betrokken zijn bij het programma. Wat zijn hun ervaringen? Wat heeft het gebracht? Op welke manier heeft Erasmus+ bijgedragen? En waar hopen ze over 35 jaar te zijn?